Op de grens van Vlaanderen en Nederland is een van de grootste getijdengebieden van West-Europa in de maak. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) maakt 1,4 miljoen euro vrij voor de ontwikkeling van Grenspark Groot-Saeftinghe.
Onder de noemer Grenspark Groot-Saeftinghe zullen verschillende natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Het gaat om het Verdronken Land van Saeftinghe, het Hedwige-Prosperproject, Doelpolder Noord en Midden, Schor Ouden Doel, Paardenschor, Prosperpolder Zuid en Nieuw-Arenbergpolder. Door die gebieden via natuurontwikkeling te verenigingen, ontstaat een ecologisch zeer waardevolle natuurkern van 4500 hectare. Daarrond ligt een buitenschil waar we ook acties ondernemen rond biodiversiteit en beleving.
![]() |
![]() |
Grensverleggend
Het grenspark wordt een knap voorbeeld van samenwerking over de grenzen heen. “Natuur stopt immers niet aan de grens”, legt projectleider Richard Rozemeijer van Provincie Zeeland uit. “Het Grenspark Groot-Saeftinghe bestaat uit een kerngebied van 4500 hectare zeldzame slikken en schorren, en een buitenschil die loopt van het Nederlandse Hulst tot Beveren. De ecologische waarde van zo’n aaneengesloten gebied is bijzonder groot.”
"Natuur stopt niet aan de grens"
Richard Rozemeijer, Provincie Zeeland
Brede dialoog
Acht partners willen met het grenspark een internationale trekpleister realiseren. Het gaat om Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) Linieland Waas en Hulst, Provincie Zeeland, De Vlaamse Waterweg nv, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Havenbedrijf Antwerpen, de Vlaamse Landmaatschappij, Stichting Het Zeeuwse Landschap en Natuurpunt. “Bovendien komt het tot stand in dialoog met omwonenden, landbouwers en bedrijven. We zoeken naar een balans tussen economische meerwaardecreatie en natuurbeleving”, aldus Rozemeijer.
Broedeilanden en zilte kreken
Van de realisatie van het grenspark zullen tal van planten en dieren kunnen profiteren, stelt projectleider Laurent Vandenabeele van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB): “Er komen bijvoorbeeld broedeilanden voor weidevogels en andere ‘grondbroeders’. Verder treffen we maatregelen om het leefgebied van de vleermuis, rugstreeppad, patrijs en bruine kiekendief te verbeteren. Ook worden er zilte graslanden en kreken aangelegd. Een nieuwe vispassage helpt vissen om vanuit de Schelde gemakkelijker het achterland te bereiken.”
![]() |