Tussen het Oost-Vlaamse dorpje Kastel (Hamme) en de Schelde richten we het overstromingsgebied Wal-Zwijn in. Om licht te werpen op het verleden van dit poldergebied, hebben we een team van archeologen aan het werk gezet. De hamvraag: zitten er schatten in de bodem van Wal-Zwijn?
Tussen de 13de en de 16de eeuw transformeerde de moerasvlakte tussen Kastel en de Schelde in een polder. Dat was het werk van de monniken van de Sint-Bernardusabdij van Hemiksem, die op vraag van de heer van Moerzeke dijken optrokken langs de Schelde. De eerste dijken kwamen er om landbouwgrond te beschermen tegen overstromingen. Later werden er dan weer dijken aangelegd om nieuwe akkers te winnen op de Schelde. Die ingreep zie je vandaag nog steeds: het landschap in Wal-Zwijn bestaat uit dijken, weilanden, landbouwpercelen en bos.
‘Oerschelde’
Voor de start van de inrichtingswerken van het Sigmaplan, ging een team van archeologen in het voorjaar van 2016 aan de slag.Via boringen haalden ze opeenvolgende laagjes grond boven. Aan de hand daarvan konden ze de geschiedenis van het landschap reconstrueren tot en met de inpoldering in de 16de eeuw.
Archeologen vonden resten van bewerkte vuursteen, waar onze voorouders werktuigen van maakten
![]() |
Zo’n 15.000 jaar geleden stroomde een voorloper van de Schelde door de deelgebieden Zwijn en Kleine Wal. Landinwaarts, ten westen van die oeroude Schelde, kon het onderzoeksteam geulen en hoogtes ontwaren die parallel lopen met de Schelde nu. Die ontstonden door het opschuiven van de rivier naar het oosten. De hoogtes langs de rivier moeten voor de mens een interessante plek zijn geweest: lekker droog, vlak bij water. De boringen en een kleine opgraving hier doen vermoeden dat de prehistorische mens het gebied bezocht heeft. Het team vond namelijk resten van bewerkte vuursteen, waar onze voorouders werktuigen van maakten. |
Nederzetting?
Ook langs het traject van de toekomstige ringdijk hebben archeologen gezocht naar menselijke sporen. In augustus 2016 groeven ze ‘proefsleuven’ uit over een afstand van 3 kilometer. Zonder veel resultaat: het team vond geen resten van nederzettingen of tekenen van menselijke activiteit. De onderzochte terreinen van Wal-Zwijn zijn intussen vrijgegeven door het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. In oktober 2016 konden de werken aan het overstromingsgebied en de dijk van start gaan.