De komende jaren wordt de Hedwige-Prosperpolder gebruikt voor dijkproeven en grootschalige crisisoefeningen. Zo zullen we veel leren over de krachten die onze dijken aankunnen, hoe we ze snel kunnen herstellen en hoe we moeten reageren op crisissituaties. Dit project, POLDER2C’s, zal voor een deel gefinancierd worden door het Europese Interreg 2 Zeeën-programma.

De klimaatverandering gaat gepaard met een stijgende zeespiegel en meer extreme weersomstandigheden. Het is dus belangrijk te weten hoe sterk onze dijken, waterkeringen en crisisplannen zullen zijn in die nieuwe situatie. Maar dat in de praktijk testen is niet zo eenvoudig. Het Hedwige-Prosperproject biedt daarvoor een unieke kans.

Extra ruimte voor Schelde 

Op dit moment bereiden we de Hedwige-Prosperpolder, in het kader van het Sigmaplan, voor om ontpolderd te worden. Dat betekent dat de dijk langs de Schelde verdwijnt, maar verder landinwaarts een stevige ringdijk komt. De Schelde zal dan op een veilige manier het gebied in en uit kunnen stromen en zo zal er getijdennatuur ontstaan. Eerst wordt de ringdijk gebouwd. Wanneer die af is, zal er dus even een dubbele bescherming zijn. Omdat we de oude dijk langs de Schelde sowieso zullen afgraven, kan die eerst gebruikt worden om uitgebreide tests en oefeningen uit te voeren.

Levend laboratorium

Een groep van dertien organisaties uit België, Frankrijk, Engeland en Nederland zullen de tests samen uitvoeren binnen het project POLDER2C’s. Ze zullen de oude dijk langs de Schelde onder druk zetten tot die effectief breekt. Op die manier kunnen ze exact achterhalen hoe sterk zo’n dijk is en methodes uitproberen om een dijkbreuk te herstellen. De tests zullen gecombineerd worden met grootschalige oefeningen om ook ervaring op te doen met crisisbeheer in noodsituaties, zoals een dijkbreuk. De Hedwige-Prosperpolder wordt zo een levend laboratorium waar waterbeheerders zich kunnen voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst.

Steun van Europa

In totaal wordt er 6,5 miljoen euro geïnvesteerd in het project. Het Europese Interreg 2 Zeeën-programma 2014-2020 zal daarvan 60 procent voor zijn rekening nemen. De hoofdpartners van het project zijn het Departement Mobiliteit en Openbare Werken/Waterbouwkundig Laboratorium en de Nederlandse Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Daarnaast zijn de volgende partners betrokken: Katholieke Universiteit Leuven; Environment Agency en South West Water uit Engeland; Cerema, ISL Ingénierie en Universiteit van Lille uit Franrijk; en TU Delft, Rijkswaterstaat, Provincie Zeeland, Hogeschool Zeeland en Ministerie van Defensie uit Nederland.