Paardeweide is een gecontroleerd overstromingsgebied dat bij stormtij via overloopdijken water uit de Schelde opvangt. Het gebied overstroomt gemiddeld slechts één keer per jaar. De rest van de tijd krijgt het daardoor alle kansen als wetland. Wetlands zoals Paardeweide zijn natte gebieden die niet onder de invloed staan van getijden. Een gespecialiseerde sluis laat het water niet alleen terugstromen naar de rivier, maar zorgt er ook voor dat het waterpeil op de juiste hoogte blijft voor de ontwikkeling van de natte natuur. Zo groeit er in Paardeweide gevarieerd natuurschoon: een combinatie van rietvelden en graslanden. De rietvelden worden ‘het rietatol’ genoemd en bieden een afwisseling van diepere zones met open water en ondiepe zones met rietvegetatie.
Menselijke ingrepen
Deze gevarieerde zones ontstonden bij de bouw van de ringdijk, die de achterliggendewoongebieden beschermt tegen overstromingen. Bij de aanleg werd grond uit Paardeweide zelf gebruikt. De graafwerken zorgden voor een mix van diep en ondiep water, afgewisseld met hogere ruggen. Er is dus geen vlakke bodem. Zo kon het rietatol zich ontwikkelen en bleven de omliggende dorpen gespaard van lawaaierig transport.
Vogels en vissen
De waaier aan natuurtypes vormt een perfecte habitat voor heel wat vogels. Ze vinden er rust, een plaats om te broeden en een gevarieerde maaltijd. In het gebied werd een vistrap aangelegd: een inlaatklep en een uitlaatsluis zorgen ervoor dat vissen makkelijk naar binnen en naar buiten kunnen zwemmen. Het gebied telt nu meer dan vijftien soorten en trekt daardoor vogels aan. Ook de landbouwers die de graslanden onderhouden, helpen de vogels een handje. Zij startten pas met maaien vanaf 15 juni, waardoor de weidevogels hun jongen ongestoord kunnen grootbrengen.
140 soorten
Vanaf de dijken en de wandelpaden kan iedereen het gebied bekijken en bewonderen. Het voorbije jaar werden er 140 verschillende vogelsoorten opgemerkt. Een wirwar van sloten en eilandjes in het rietatol trekt visetende watervogels aan, vooral lepelaars, futen en reigers, zoals de zeldzame roerdomp. In de oeverzones broeden heel wat eendensoorten. De droogvallende slikplaten zijn vooral interessant voor steltlopers. Boven het water cirkelen zwaluwen op zoek naar insecten en naarmate het riet zich ontwikkelt, komen er ook meer zangvogels in voor. Al deze soorten trekken op hun beurt weer roofvogels aan. Een uniek spektakel voor al wie houdt van vogels spotten.