In juni is het vaste prik langs de Vlaamse jaagpaden: het maaien van hoog opgeschoten bermgras. Om een evenwicht te vinden tussen veiligheid, comfort voor gebruikers van het jaagpad en de biodiversiteit in de graskant, stelt waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) langs haar waterlopen veelal een maaibeheer in. Frequent maaien en het maaisel vervolgens afvoeren, verschraalt de bodem van de bermen. Dat doorbreekt de dominantie van ruigtekruiden en geeft ademruimte aan een gevarieerde vegetatie van grassen, kruiden en bloemen.
Verlies van leefgebied
In de bermen leven echter heel wat diertjes, vlinders en insecten, die niet gebaat zijn bij doorgedreven snoeibeurten. “Vlinders zijn tuk op opgeschoten grasbermen, waar ze beschutting vinden, nectar zoeken, waardplanten vinden om hun eitjes te leggen of overwinteren. Ze profiteren van de soortenrijkdom die ontstaat op een gemaaid stuk, maar laten ook vaak het leven wanneer alles ineens gemaaid wordt”, zegt projectleider Dominiek Decleyre van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
In de Cluster Kalkense Meersen, aan de Schelde, introduceert W&Z daarom in overleg met het ANB een nieuwigheid. Elke kilometer graskant aan de jaagpaden verdeelt W&Z in drie gelijke blokken, waarvan het bij elke maaibeurt een wisselend blok niét maait. Zo voldoet de grasmat nog steeds aan de veiligheidsvoorschriften voor dijken rond overstromingsgebieden én behouden vlinders en insecten bij de halfjaarlijkse maaibeurt een belangrijk deel van hun leefgebied.
Opvolging
In totaal maken W&Z en het ANB in de Cluster Kalkense Meersen op die manier 8 kilometer aan dijken vlindervriendelijk. Het effect van de nieuwe aanpak volgen ze de komende maanden nauwlettend op. Decleyre: “Het hooibeestje, een zeldzame vlinder die het in de streek vooral van de dijken moet hebben, krijgt door het nieuwe maaibeheer een duwtje in de rug. En ook het zeldzame kaasjeskruiddikkopje, een nieuwkomer, willen we voet aan grond geven. Andere vlinders en insectensoorten zullen meeprofiteren van deze maatregel.”