Tegen de stroom in
In Paardeweide vormt de vistrap een verbinding tussen de Schelde en een rietatol van 30 hectare aan de oostkant van het overstromingsgebied. Bij eb kunnen vissen vanuit de Schelde tegen de stroom de trap op zwemmen. In de vistrap komen de vissen vast te zitten in de verschillende ‘trappen’ of bassins. Bij vloed stroomt er een beperkte hoeveelheid Scheldewater via een andere sluis binnen. Eens het water hoog genoeg staat, stijgt het boven de vistrappen uit en kunnen de vissen vanuit de bassins hogerop zwemmen, richting rietatol.
Giebels en garnalen
De vispassages van de Kalkense Meersen zijn populair bij een bonte verzameling vissen. Dankzij de twee knappe staaltjes waterbouwkunde vinden steeds meer (soorten) vissen hun weg naar de meersengebieden, waar ze voedsel vinden en een plek om te paaien. Duiken geregeld op: bot, paling, blankvoorn, giebel, snoekbaars, baars, winde, spiering, fint en kolblei. Ook enkele garnalensoorten hebben de oversteek gemaakt vanuit de Schelde. “Sinds de vistrap in werking is – juni 2014 – maken we uit proefvangsten op dat het visbestand stelselmatig uitbreidt. In de Kalkense Meersen hebben we er bewust voor gekozen om geen vissen uit te zetten, wel om de vissen op eigen kracht te laten migreren. En die aanpak werpt vruchten af”, zegt Dominiek Decleyre van het Agentschap voor Natuur en Bos.