Visie voor Durmevallei voorgesteld: topnatuur om volop van te genieten

De Durme was tot voor kort een beetje ingeslapen. “Het Sigmaplan en de groeiende interesse van omwonenden en bezoekers brengen daar verandering in”, zegt Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder van De Vlaamse Waterweg nv. “De nieuwe Sigmagebieden behoeden de vallei voor overstromingen en tillen haar natuur naar een topniveau. Met de onthaal- en ontsluitingsvisie Durmevallei willen we zoveel mogelijk mensen laten genieten van die topnatuur én van de ontspanningsmogelijkheden die dat met zich meebrengt.”

Iedereen mee

Verschillende partners tekenden de visie samen uit: Schelde Sterk Merk/Regionaal Landschap Schelde-Durme, De Vlaamse Waterweg nv, het Agentschap voor Natuur en Bos, de toeristische partners (Toerisme Oost-Vlaanderen, Toerisme Scheldeland en Toerisme Waasland) en de vijf Durmegemeenten (Lokeren, Zele, Waasmunster, Hamme en Temse). Het ontwerpbureau Stramien en Pavlov Branding zorgden voor de professionele begeleiding. De partners krijgen de steun van vzw Durme, Boerenbond en Algemeen Boerensyndicaat.

Toegangspoorten en belevingspunten

Wat je zoal mag verwachten? Katia Versieck, algemeen manager van Toerisme Oost-Vlaanderen: “Toegangspoorten – groot en klein, verspreid over de vallei – zullen de bezoekers ontvangen en informeren. De poorten zijn veelal bereikbaar met het openbaar vervoer én de wagen. Elke poort is een start- of overstappunt voor fietstochten en wandelingen.”

“We creëren ook extra belevingspunten die bijzonderheden van de Durme uitlichten, we bouwen (dynamische) uitkijkpunten en zorgen voor één Scheldevallei-huisstijl. Zo versterken we de beleefbaarheid”, vult Elias Verbanck van het Agentschap voor Natuur en Bos aan. “Een oude droom was bovendien om een veilige en toegankelijke Durmeroute vast te leggen die de belangrijkste toegangspoorten en belevingspunten verbindt. Met dit plan realiseren we die droom. Fietsers en wandelaars zullen via de dijken en paden de Durme van Lokeren tot Temse kunnen verkennen. We deden dat met respect voor de omgeving en zoveel mogelijk in contact met het water.”