Op zoek naar een oplossing voor de knijten aan de Schelde

Knijten

• Wat zijn knijten?

Knijten zijn zeer kleine muggen, amper 1 tot 2 mm groot. Vaak worden ze niet opgemerkt, maar toch kunnen ze – onder specifieke omstandigheden – lokaal voor heel wat overlast zorgen. Een steek kan bij sommige mensen bijzonder veel jeuk veroorzaken. Knijten zijn een familie van de muggen, die soms ook wel ‘zandvliegjes’ worden genoemd. Net als steekmuggen zuigen de vrouwelijke knijten het bloed van andere dieren en organismen, onder wie de mens, voor hun eieren. Anderzijds zorgen knijten en muggen ook – net als bijen – voor de bestuiving van planten en voedselgewassen voor de mens.

 

• Waar leven knijten precies? Wat met de verspreiding van knijten?

Knijten kunnen van nature voorkomen in zowat elk type habitat, uitgezonderd in kurkdroge woestijnen en arctische gebieden. Ze worden wereldwijd aangetroffen: van de tropen tot de toendra, van zeeniveau tot op 4.000 m hoogte. Er zijn ongeveer 1.400 soorten gekend waarvan minstens 83 soorten in Europa. De aantallen kunnen wel verschillen per regio. Zo komen bepaalde soorten massaal voor in het noorden en in mindere mate  in het zuiden van Europa (en vice versa). In België zijn er een 45-tal soorten. Knijten komen overal voor maar ze hebben nood aan een vochtige omgeving voor de ontwikkeling van eieren, larven en poppen. Knijtenlarven leven voornamelijk in nat slib, maar specifieke omgevingsfactoren (zoals de temperatuur, de samenstelling van het slib, de zuurtegraad…) spelen zeker ook een rol. Knijten zijn wel heel flexibel en kunnen ook extreme omstandigheden aan. Knijten tref je onder andere aan in moerassen, venen, wetlands, slikken en schorren, mest(hopen), beken, meren, plassen, vijvers, vochtige zones in bossen, rivieroevers… zowel bij stromend als stilstaand water. Knijten maken deel uit van het ecosysteem van onze wereld en zijn op zich geen probleem, maar kunnen bij een plotse toename in aantallen lokaal voor overlast zorgen. 

 

• Wanneer kan je knijtenhinder ondervinden?

Hinder ontstaat wanneer er zich een onevenwichtige situatie voordoet, bijvoorbeeld bij veranderende klimaat- of leefomstandigheden. Daardoor kan een grootschalige knijtenpopulatie ontstaan. Vooral op zwoele, vochtige dagen en bij windstil weer steken knijten de kop op. Ze gedijen van het voorjaar tot de nazomer, meestal in de vroege ochtend en avond. De aanwezigheid van knijten, zelfs in grote aantallen, leidt niet altijd tot hinder, omdat niet alle knijtensoorten de mens bijten. Van de 45 soorten die in België voorkomen, zijn er zo’n 17 aanwezig in het Schelde-estuarium, waarvan de meeste soorten geen hinder veroorzaken. Maar bij onevenwichtige situaties kan een grootschalige knijtenpopulatie ontstaan, bijvoorbeeld op een locatie waar er nog onvoldoende natuurlijke vijanden zitten, en kan de hinder uitgroeien tot een knijtenplaag voor omwonenden of voorbijgangers.

 

• Waar loop je risico op knijtenhinder?

Hinder kan zich overal voordoen waar knijten van nature voorkomen. Al zal dat sneller het geval zijn in een vochtige omgeving dan in drogere natuur. En dan denken we aan moerassen, venen, wetlands, slikken en schorren, mest(hopen), beken, meren, plassen, vijvers, vochtige zones in bossen, rivieroevers. Dat blijkt ook uit de meldingen die binnenkomen. Deze meldingen zijn niet exclusief gelinkt aan de Scheldevallei. We ontvingen meldingen uit heel Vlaanderen, zowel binnen Sigmagebieden als erbuiten (Koksijde, Nieuwpoort, Boechout, Heusden-Zolder...). De Vlaamse Waterweg nv vergroot continu haar kennis – in samenwerking met tal van onderzoeksinstellingen en natuurexperts – om te begrijpen waar en wanneer overlast ontstaat. Knijtenoverlast doet zich gewoonlijk voor tijdens warme, droge zomerperiodes. 

 

• Hoe ver vliegen knijten?

Knijten zijn slechte vliegers, zodat ze gewoonlijk op lage hoogte vliegen en zich bij sterke wind veelal gedeisd houden. Je zal hen zelden verder dan 200 meter van hun natuurlijke habitat terugvinden. Maar bij een zachte wind en warme weersomstandigheden kunnen ze zich wel al eens laten meedrijven met de wind en zich over grotere afstanden verplaatsen.  

 

• Zijn er vandaag meer knijten in het Schelde-estuarium?

Knijten – in de media ook al eens ‘Scheldemug’ genoemd – komen van oudsher voor in het Schelde-estuarium. Uit een onderzoek van de faculteit Wetenschappen en Biologie van de Universiteit Gent van 2009 blijkt dat knijten ook al in 1905 voorkwamen in de Scheldevallei. In de 2de helft van de 20ste eeuw werden er echter veel minder knijten aangetroffen in deze regio, voornamelijk als gevolg van de slechtere kwaliteit van het Scheldewater. In die periode kwam ook heel wat andere fauna veel minder voor in en langs de Schelde. Door de sterke verbetering van de waterkwaliteit de laatste decennia zien we soorten als de bever en otter terugkeren. Ook knijten profiteren van deze gunstigere leefomstandigheden. Naast de sterk verbeterde waterkwaliteit van de Schelde heeft ook de klimaatverandering een belangrijke invloed. De gevolgen daarvan, zoals langere periodes van hitte en droogte, brengen onze natuur en ook het ecosysteem van enkele rivieren uit evenwicht. Deze storing van de balans kan leiden tot een overlast van knijten op een aantal locaties tijdens warme, droge zomerdagen. Een eventuele knijtentoename in het Schelde-estuarium leidt echter niet automatisch tot problemen, gezien knijten deel uitmaken van het ecosysteem in het Schelde-estuarium. Zolang er zich geen tot weinig overpopulaties voordoen en er een evenwichtig ecosysteem is, vormt de aanwezigheid van knijten geen probleem, integendeel zelfs.

 

• Komen er knijten voor in de nieuw aangelegde overstromingsgebieden langs de Schelde?

Ja, net als in de slikken en schorren van de Schelde zelf en knijtengunstige habitats buiten de Sigmagebieden, kunnen er ook knijten voorkomen in de nieuw aangelegde overstromingsgebieden langs de Schelde en haar bijrivieren. Ervaring leert dat knijtenaantallen afnemen wanneer kreken zich vormen, de vegetatie groeit en de natuurlijke vijanden van knijten hun plaats vinden in het nieuwe natuurgebied. Heel wat vissen, vogels, amfibieën, spinnen en insecten lusten de knijt en haar larven. We onderzoeken momenteel met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Universiteit Antwerpen (UA) wat de ideale knijtenhabitat kenmerkt. Dat is momenteel immers nog niet helemaal duidelijk. In afwachting van die bijkomende kennis, proberen we via specifieke inrichtingsmaatregelen en via gericht gebiedbeheer de ontwikkeling van nieuwe overstromingsgebieden optimaal te sturen.

 

• Hoe grijpt de Vlaamse overheid in?

Onderzoek toont aan dat een verbeterde waterkwaliteit en de klimaatverandering (en daarmee samenhangende verstoring van de balans in het ecosysteem) de belangrijkste oorzaken zijn van een toename in de knijtenpopulaties. Toch houdt de Vlaamse overheid bij het ontwerp van nieuwe projectgebieden rekening met deze evolutie. Het Sigmaplan kan bovendien bijdragen tot het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Om mogelijke knijtenhinder tegen te gaan, neemt de Vlaamse overheid al de nodige inrichtingsmaatregelen. Bijvoorbeeld: het creëren van de meest geschikte hoogteligging en morfologie in het overstromingsgebied, het voorzien in voldoende ruime afwateringsgeulen, het voorzien in rietaanplantingen, het plaatsen van groenschermen… In een dergelijke vochtige omgeving kan overlast van knijten structureel enkel tegengegaan worden door enerzijds het water in het gebied zo veel mogelijk te laten stromen en anderzijds de natuur de ruimte te geven, zodat natuurlijke vijanden zo veel mogelijk kansen krijgen. Het aanpakken van knijtenoverlast vraagt nu eenmaal maatwerk: een uniforme aanpak voor alle overstromingsgebieden is niet mogelijk omdat de gebieden te sterk van elkaar verschillen. De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap Natuur en Bos kunnen hierbij terugvallen op de expertise van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de Universiteit Antwerpen (UA), het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), het Waterbouwkundig Laboratorium, en andere onderzoeksinstellingen. Samen met deze instellingen blijven we ook verder onderzoek uitvoeren om de problematiek beter te begrijpen en ook de bestrijdingsmaatregelen efficiënter te maken.

 

• Zijn knijtenvallen efficiënt?

Eerder onderzoek en monitoring toont aan dat knijtenvallen geschikt zijn om knijten te vangen. Het effect van knijtenvallen is echter wel afhankelijk van de specifieke locatie en van de intensiteit van de knijtenoverlast. Bij zware overlast helpen knijtenvallen mogelijk onvoldoende om de hinder te beperken. In de zomer van 2023 loopt er een grootschalige bestrijdingsproef op 2 locaties in de Scheldevallei, die meer inzicht zal geven rond het optimaal inzetten van knijtenvallen. Dit pilootproject verloopt in samenwerking met de Universiteit Antwerpen (UA), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).

 

• Waarom zijn er grote en kleine knijtenvallen?

Grote vallen worden ingezet om effectief knijten te bestrijden, de kleinere vallen dienen voor de monitoring van het voorkomen van knijten en om de effectiviteit van de vallen te meten en verder te optimaliseren. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) ontwikkelde een val die selectief knijten vangt en geen andere insecten. Deze val is voorzien van een ledlamp met uv-licht en een fijnmazig gaas. Omdat er biologisch afbreekbare zeep is toegevoegd aan het water, kunnen de knijten niet blijven drijven op het oppervlak maar zakken ze erin weg en verdrinken ze. Voor monitoringsdoeleinden wordt een kleiner model gebruikt. Het gaat om een soortgelijke val, zonder zeepoplossing, maar voorzien van plakstroken om het aantal gevangen knijten te kunnen tellen.

 

• Hoe kan je beten van knijten vermijden?

Volgende maatregelen kan je zelf nemen om knijtenbeten te vermijden:

  • Knijten circuleren vooral tussen de grond en een hoogte van een meter. Verlucht je woning via de bovenverdieping, zo haal je al zeker minder knijten naar binnen.
  • Knijten houden niet van luchtstromen. Met een waaier, ventilator, schommelbank op het terras of wapperende repen aan de deuropening (i.p.v. een hor met muggengaas) beperk je het risico op beten.
  • Je kan ook overwegen om een insectenwerend middel te gebruiken, bijvoorbeeld op basis van 20% DEET, of een DEET-vrij product op basis van eucalyptus en citroengras. Een goed alternatief voor een DEET-houdend product is Picaridin, ook wel Icaridin of Saltidin genoemd. Het werkt even effectief als DEET-houdende producten maar is minder vettig en bovendien geurloos. Dit product is verkrijgbaar in de apotheek.
  • Met een klassieke insectenlamp kan je knijten verdelgen… alleen zal het uv-licht ook andere insecten aantrekken en elektrocuteren.
  • Zitten er knijten in huis? Plaats dan kommetjes met appelazijn en enkele druppels afwasmiddel. Knijten worden aangetrokken door de geur van het mengsel, maar verdrinken als ze met de vloeistof in contact komen. Vergeet niet om het mengsel regelmatig te verversen.
  • Je huid bedekken maakt een groot verschil: met een lange broek, sokken en gesloten schoeisel verklein je aanzienlijk het risico op beten.
  • Andere maatregelen die mogelijk ook kunnen helpen: het toepassen van specifieke geuraroma’s (zoals wierook), het planten van bepaalde sterk ruikende planten, het toepassen van specifieke muggenvallen met ultraviolet licht of andere vallen…

 

• Gebeten door een knijt: en nu?

Vooral… niet krabben. Na een week gaat de knijtenbeet doorgaans vanzelf weg. Knijtenbeten kunnen zeer onprettig en pijnlijk zijn, maar zijn niet gevaarlijk of giftig. Een ijskompres kan helpen om de jeuk te verzachten. In uitzonderlijke gevallen kan een beet leiden tot een allergische reactie of ernstige huidontsteking. In die gevallen raadpleeg je best je dokter.

 

 

Via een online formulier kan je de aanwezigheid van knijten melden:

Als burger kan je helpen om de knijtenproblematiek nog beter in kaart te brengen. Dat helpt ons om te leren hoe knijtenhinder kan vermeden worden. In enkele stappen kan je makkelijk doorgeven waar je overlast vaststelde.

  MELD HIER KNIJTENHINDER

Gerelateerd nieuws

  • Grote Nete, 2023, ©Yves Adams
    Lees verder
    Persbericht

    Bodemonderzoek naar historische verontreiniging Grote Nete verdergezet

    22 april 2024

    Lees verder Lees verder
  • Groot Broek, Durmevallei, ©Vilda
    Lees verder
    Persbericht

    Start nieuwe fase werken Groot Broek

    11 april 2024

    Lees verder Lees verder
  • Klein Broek, ©Vilda
    Lees verder
    Persbericht

    Knijtenmonitoring in Klein Broek Temse

    11 april 2024

    Lees verder Lees verder
  • In- en uitwateringssluis Grote Wal, ©De Brandt
    Lees verder
    Fotoreportage

    In- en uitwateringssluis Grote Wal - project Wal-Zwijn

    10 april 2024

    Lees verder Lees verder
  • Mushaag in het Mondingsgebied van de Grote Nete, ©Renaat Myny
    Lees verder
    Persbericht

    De inrichtingswerken in Mushaag zijn klaar

    3 april 2024

    Lees verder Lees verder
  • Tielrodebroek, ©Yves Adams
    Lees verder
    Persbericht

    Aftellen naar de herprofilering van de ringdijk in Tielrodebroek

    28 maart 2024

    Lees verder Lees verder
  • Archeologisch proefsleuvenonderzoek Bastenakkers
    Lees verder
    Persbericht

    Archeologisch proefsleuvenonderzoek in Bastenakkers

    21 maart 2024

    Lees verder Lees verder
  • Kloosterbeemden in 2023, ©Vilda
    Lees verder
    Persbericht

    Kloosterbeemden krijgt rietmoeras, wandellus en uitkijktoren

    12 maart 2024

    Lees verder Lees verder
  • Wal-Zwijn in 2023, ©Yves Adams
    Lees verder
    Persbericht

    Bouw overloopdijk in gecontroleerd overstromingsgebied Wal-Zwijn gestart

    20 februari 2024

    Lees verder Lees verder
mail

Op de hoogte blijven?
Schrijf je nu in op de nieuwsbrief.

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws over het Sigmaplan? Schrijf je dan in voor de digitale nieuwsbrief.

Schrijf me in voor de nieuwsbrief

help_outline

Nog vragen?
Contacteer ons.

Heb je nog een vraag of opmerking? Neem dan contact met ons op en we helpen je zo snel mogelijk verder.

Ga naar contact