Henk Ovink, door Barack Obama hartelijk ‘the water guy’ genoemd, reist als watergezant van de Nederlandse overheid de hele wereld rond. Hij staat steden, landen en regio’s bij met advies over hoe ze zich kunnen wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zoals extreme stormen en de stijgende zeespiegel.
Deze week was Ovink op bezoek in ons land. Hij kwam een lezing geven aan de UAntwerpen en bezocht enkele Sigmaprojecten om te zien welke maatregelen we in Vlaanderen nemen tegen wateroverlast. Dinsdag ging hij een kijkje nemen bij het Hedwige-Prosperproject, aan de grens met Nederland, woensdag bracht hij een bezoek aan de Durmevallei en de Polders van Kruibeke
Succesverhaal
Nederland is het waterland bij uitstek. Er is dan ook heel wat expertise over watermanagement aanwezig, die Ovink over heel de wereld bekend maakt. Maar ook in Vlaanderen doen we het niet slecht. Dat bewijzen we met het Sigmaplan. Tijdens de januaristorm van 2018 bufferden vijftien van de zestien gecontroleerde overstromingsgebieden overtollig rivierwater, waardoor overstromingenvoorkomen werden. Ook ontvingen we vorig jaar nog de internationale Working with Nature Award voor het project Kalkense Meersen, omdat we daar op een succesvolle manier de natuur betrekken om overstromingsgevaar in te perken.
Gedeelde kennis
Om beheerders van andere getijdengebieden te helpen en van hen te leren, wisselen we regelmatig ervaringen uit. Dat doen we onder meer binnen het Europese LIFE-project SPARC. Via dat project komen extra middelen vrij om in zes Sigmagebieden versneld getijdennatuur aan te leggen om de Scheldevallei beter te wapenen tegen de klimaatverandering. En onder de vlag van USAR werken we samen met partners uit Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk om technieken te ontwikkelen en te verfijnen voor het nuttige hergebruik van baggerspecie. Daarvoor loopt er een proefproject in de Durmevallei.