Knijten komen van oudsher voor op en langs de Schelde. Door de vervuiling van de Schelde vorige eeuw, vielen hun aantallen echter sterk terug. Dat ze de laatste jaren opnieuw opduiken, toont aan dat de waterkwaliteit sterk verbeterd is. Dat is op zich goed nieuws voor het leven in de Schelde, maar knijten zorgen ook voor heel wat overlast, zoals in Wichelen. Het aanpakken van het knijtenprobleem vereist gebiedsspecifiek maatwerk. Er wordt onderzoek gedaan naar oplossingen op lange termijn in combinatie met maatregelen die uitgetest kunnen worden op korte termijn.
Welke maatregelen werden al genomen?
Het lokaal bestuur heeft in samenwerking met De Vlaamse Waterweg nv, Natuur en Bos van de Vlaamse overheid en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen al verschillende acties ondernomen om de overlast van deze plaag te bestrijden. Zo werden er afgelopen zomer speciale knijtenvallen geplaatst om de problematiek in kaart te brengen en een overzicht te krijgen van het aantal knijten.
Het proefproject toonde aan dat de vallen geschikt zijn om knijten te vangen, maar dat ze bij zware overlast onvoldoende helpen. Daarom zijn bijkomende maatregelen op het terrein nodig. De Vlaamse Waterweg nv liet de afgelopen maanden al een bijkomende geul graven in het westelijke deel van de ontpoldering van Wijmeers, om voor meer stroming te zorgen (zie foto). Dat moet het gebied minder aantrekkelijk maken voor de knijt om zijn eitjes te leggen. De resultaten van deze ingrepen zullen volgend jaar merkbaar worden.
Wat in 2020?
Volgend jaar staan er extra graafwerken op het programma, in het midden en in het oosten van Wijmeers. Ook die zullen een invloed hebben op de waterhuishouding in de ontpoldering. Bovendien zullen vroeg op het jaar, vermoedelijk in maart, twee grote vallen van een nieuwe type in de ontpoldering geplaatst worden om de eerste volwassen knijten snel te vangen. Er zijn meerdere generaties knijten per jaar, en als hun aantal vanaf het begin van het ‘knijtenseizoen’ beperkt kan worden, is de kans kleiner dat de populatie buitensporige proporties aanneemt.
Daarnaast zullen in de tuinen aan de overkant van de Schelde kleine vallen geplaatst worden. Die vormen samen een gordel die moet voorkomen dat de knijten zich verder kunnen verspreiden. Zowel de twee grote vallen in de ontpoldering als de kleine vallen in de tuinen zijn van een nieuw type en moeten de knijten doeltreffend verminderen. Tegelijkertijd zullen ook nog steeds de vallen ingezet worden die dit jaar al gebruikt werden, de gekende ‘Mosquito Magnets’. Die worden gebruikt om te monitoren en om de aantallen in te schatten. Zo kan de effectiviteit van de nieuwe vallen op een objectieve manier gemeten worden.
Verwacht wordt dat de knijtenproblematiek zal verminderen naarmate het gebied verder evolueert. In een getijdennatuurgebied zoals de ontpoldering van Wijmeers groeit op termijn wilgenvloedbos, en zal er minder open slik zijn (dat ideaal leefgebied is voor de knijt). Het open slik zie je vooral in de beginjaren van een ontpoldering. De verbossing de komende jaren zal dus voor een vermindering van de knijten zorgen.