Een otter spotten is een hele uitdaging, want het is een nachtdier dat bijzonder schuw is. Maar afgelopen december lukte het liefst drie keer. Er was wel een speciale cameraval voor nodig die bewegingen detecteert en dan automatisch opnames maakt. Op de plaats van de opnames werden otteruitwerpselen (zogenaamde spraints) gevonden, en mogelijk ook ‘ottergeil’, een geleiachtige anale afscheiding waarmee otters hun territorium markeren.
Vrijwilligers van Natuurpunt en vzw Durme zullen nu samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) op zoek gaan naar nieuwe sporen in de Durme- en de Moervaartvallei. Het INBO zal die genetisch analyseren om te bepalen waar de otter vandaan kwam.
Bezoeker of bewoner?
Dat de otter hier in december nog te zien was, kan een teken zijn dat het niet om een tijdelijk bezoekje gaat. Als de soort zich definitief vestigt en voorplant in Vlaanderen, zou dat betekenen dat het de goede kant op gaat met onze watergebonden natuur. Otters zijn namelijk afhankelijk van een goede waterkwaliteit om aan voldoende voedsel, voornamelijk vis, te geraken. De dieren hebben ook een behoorlijk groot leefgebied nodig met voldoende plaatsen waar ze kunnen rusten of schuilen. Het territorium van één mannetje beslaat al gauw 20 tot 40 kilometer oeverlengte of enkele vierkante kilometers moerasgebied. De Durmevallei heeft op dat vlak al heel wat te bieden met haar netwerk van moerasgebieden, wetlands en bossen, waaronder ook een aantal Sigmagebieden. We zullen er de komende jaren nog hard werken om de authentieke natuur langs de Durme te herstellen. Want alles wat de otter nodig heeft, komt ook ons ten goede: proper water en een gezonde natuur.