Op 1 februari 1953 werd ons land getroffen door de grootste stormvloedramp van de 20e eeuw. De ravage was enorm: dijken raakten zwaar beschadigd, verschillende dorpen en steden liepen onder en tal van straten stonden blank. In Vlaanderen kwamen 19 mensen om het leven, in Nederland vielen zelfs meer dan 1.800 slachtoffers. De stormvloedramp was voor heel wat getroffen landen de aanleiding om na te denken over een betere bescherming tegen overstromingen. Enter de Polderwet en later het Sigmaplan.
De stormvloedramp van 1953 staat te boek als een zwarte vlek in de geschiedenis van de Lage Landen. De ramp was het gevolg van een stormtij, de combinatie van een noordwesterstorm op zee en een springtij. De omvang werd al snel duidelijk, waarbij naast ons land ook Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië en vooral Nederland zwaar in de klappen deelden. De Nederlandse regering komt daarop met het Deltaplan: een programma van dijkverhogingen en -versterkingen, afdammingen en stormvloedkeringen.
Eerste grote waarschuwing voor Vlaanderen
In Vlaanderen liepen verschillende dorpen en steden aan de kust en langs de Schelde (deels) onder. Onder meer in Oostende en Antwerpen stonden de straten blank. Ook de polderdorpen Lillo, Zandvliet en Berendrecht konden niet aan het water ontkomen. In Wintam en Hingene (deelgemeentes van Bornem) stond het water zelfs tot 2 meter hoog. De bres in de Rupeldijk werd elke dag groter en kon pas twee maanden later gedicht worden. Ons land kende geen algehele chaos zoals in Nederland, maar toch kwam er de Polderwet om het onderhoud van de dijken te verzekeren. Ook de Civiele Bescherming werd opgericht om snel hulp te kunnen verlenen bij wateroverlast.
Het kantelmoment voor Vlaanderen
In januari 1976 sloeg het noodlot opnieuw toe. Verschillende dijken begaven het door de hoge waterstanden en het water vloeide onverbiddelijk de dorpskern van Ruisbroek in om uiteindelijk een gebied van 925 hectaren blank te zetten. Een kantelmoment waarop de Belgische regering het Sigmaplan lanceerde. Het doel? Dijken verhogen en verstevigen en gecontroleerde overstromingsgebieden aanleggen om overtollig water op te vangen.
Toekomstgericht Sigmaplan
De basis van het Sigmaplan is een slimme combinatie van dijkverhogingen en -verbredingen en de aanleg van overstromingsgebieden. Wim Dauwe: “In plaats van stevig in te dijken, geeft het Sigmaplan de Schelde en haar zijrivieren net weer meer ruimte. Door de klimaatwijziging zal de zeespiegel verder stijgen, waardoor de kans op een superstorm toeneemt. Bovendien moeten we rekening houden met regen en waterafvoer uit de gebieden stroomopwaarts. Het Sigmaplan pakt al die problemen aan.”
Geïntegreerd totaalplan met vele troeven
Naast het opvangen van het stormwater bieden de gecontroleerde overstromingsgebieden ook nieuwe kansen voor waardevolle natuur. Via een specifieke inrichting ontstaat ofwel getijdennatuur met slikken en schorren, ofwel natte natuur met bijvoorbeeld riet of graslanden. Die natuur heeft recreanten heel wat te bieden én draagt bij tot de economische ontwikkeling van de streek. Ook landbouw wordt geïntegreerd in het Sigmaplan. Al die bouwstenen – veiligheid, natuur, economie en landbouw – vormen samen een geïntegreerd totaalplan dat door De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap voor Natuur en Bos wordt uitgevoerd.
foto's: © Havenbedrijf Antwerpen en Orde van Hingene